Dood en Amen

We fietsen. De Mont Ventoux is er niks tegen.
Plots is er die dosis EPO die ik nodig heb. Een collega die me bemoedigt, een vriendin die tonnen ideeën doorstuurt … drugs voor The Mind and The Heart.

Het was nodig. Verslensing hing in de lucht. Bloem liet haar blaadjes weer hangen en kreeg niet genoeg lucht en licht. Woekerend onkruid, zoals ik al zei.

De spreekwoordelijke “sjot onder mijn kont” werd hoogdringend gevraagd. Au, zei ik. En toen: Dank jewel.

De bibber heb ik op het lijf. Wegens veranderingen ten top. Mijn billen verbrandden en nu moet ik op de blaren zitten. Genoeg Flammazine in de buurt, dat is waar. Maar het neemt niets weg. Niets van de bibbers, de kriebels.

Voor de eerste keer in tien jaar word ik juf van het derde leerjaar. Terwijl het zesde zich al jaren in mijn poriën nestelde. Ik ademde dat zesde. Ik bén dat. Weerbarstige pubers met hormoonwisselingen van hier tot Parijs. Toch helemaal mijn ding, niet?!

Niet meer dus. Lang verhaal dat kort is: vanaf september ben ik voltijds juf derde, vanaf januari ben ik dat halftijds met de huidige juf van het derde. (die bevalt van haar derde en daardoor een derde van het schooljaar afwezig is)

Schrik dat ik heb. Bibber, bibber, bibber.

De bibbers dus. Want tegen achtjarigen praten is helemaal anders dan tegen elfjarigen. Ik zal veel liever, zachter en geduldiger moeten zijn. En wat ga ik ze allemaal wijsmaken. Geen oppervlakteberekening van de cirkel meer, geen werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde, geen heliocentrisch wereldbeeld verklaren. Geen K’s Choice tijdens het thema van drugspreventie. Geen seksuele voorlichting waarbij ik zelf Rooie Oortjes krijg.

Niets van dat alles wat ik zo superboeiend vind. Wat nu?

Vandaar dat klascement mijn nieuwe beste vriendje is. Daar vind ik klasafspraken met beertjes versierd, ideetjes voor leuke kinderliedjes en knutselprojectjes voor kleine vingertjes.

Maar o jee, o wee … dat praten in verkleinwoorden ga ik nooit uit mijn strot krijgen. Dat weet ik nu al.

Het derde leerjaar met een ‘touch’ zesde. Veel …

U duimt toch ook? (voor mijn leerlingen)

10 thoughts on “Dood en Amen

  1. Haha, ik vind de titel hi-la-risch!!

    En is dat dan zo erg? Een derdeleerjaarjuf die niet op de doorsneederdeleerjaarjuf lijkt? Doorsnee is saai, doe maar eens gek. 😉

  2. Ik vind het hatelijk als mensen verkleinwoorden gebruiken tegen kinderen, ik ben er zeker van dat je leerlingen het gaan appreciëren als je ze voor “groot” neemt. Succes!

  3. oh dat gaat je allemaal lukken. toch leuk om eens in en andere leefwereld te zitten. al scheelt dit maar een paar jaar. 🙂

  4. Bloem, ge gaat da goed doen. Geen verkleinwoorden meer in een derde, want ze zijn al ‘groot’. Voor de rest gewoon uw innemende zelf zijn ;o) Gegarandeerd, na de eerste week kunnen ze u niet meer missen. Hier wordt geduimd; voor de kids én voor de juf!

  5. De tweede graad is ook leuk.
    Dat wordt lachen die eerste week als je ze constant zal overschatten. (Wat we eigenlijk allemaal doen tijdens de eerste week, maar jij nog net iets harder waarschijnlijk.)

Leave a reply to I. Cancel reply