Als ik dat had geweten
het was toch anders gegaan
ik had het anders gedaan
Als ik dat had geweten
Het was echt de laatste keer
echt de laatste knipoog
de laatste kus
de laatste omhelzing
De laatste samen
zonder voorbode van alleen
Nog één keer je hand
nog één keer je geur …
Als ik dat had geweten
Ik had het toch anders gedaan.

In mijn armen …

Soms word ik bang van het vertrouwen dat mensen in me stellen … Af en toe schrijf ik hier iets over het afscheid dat ik sprak … wanneer het dichtbij komt, wanneer het goed moet zijn en wanneer ik onthouden word door mensen die ik me niet meer herinner …

Vandaag sprak ik weer een moeilijk afscheid. Jong kind, met troosteloze ouders en zussen … Een warme familie die omarmt, omringt en steunt en draagt. En die mij vraagt om de juiste woorden te schrijven en te spreken.

Haar tante zag me anderhalf jaar geleden spreken op een soortgelijk afscheid. Ze onthield me. Dat onthouden leidt tot de vraag om deze dienst te doen. Al voelt het een beetje als ‘bewijzen’… in elke betekenis van het woord.

Nick Cave doet de eerste tranen vloeien bij de driehonderd mensen die me aankijken. Ik adem diep, zucht en span mijn rug. Ik spreek … zonder tranen, zonder verdriet.

Het is hier dat ik mag huilen, niet? Het leven is niet altijd eerlijk. Vandaag was het écht niet eerlijk. Niet?

Ik hou van ecologische kledij. Ik doe mijn best om vintage te kopen, wat niet altijd lukt. Ik weet nu ook waarom: https://www.supergoods.be/collections/spring-2024-women

Komaan lieve ecologische mensen …??!!! Blauw? Grijs?? Ecru??? Bruin?????En een heel klein vleugje vlak en plat oranje en enkel strepen????

Wat doen jullie voor de grote kleurrijke flamboyante medemens die haar best wil doen voor de planeet?

‘t Geeft niet …

Dit hoop ik dat mijn vrienden zeggen … mijn verwaarloosde, wat op de achtergrond verdwijnende, slechts bij noodgeval aandacht krijgende vrienden …

Na het grote afscheid van begin februari en dat van midden maart, bouwt het torenhoge schuldgevoel zich nog veel erger op. De laatste twee jaar zet ik alles op alles om woordenvaniRis, mijn grote droom, waarheid te maken. Het lukt me, de ene keer goed, de andere keer beter. Het werk stroomt binnen net zoals mijn hart dat doet.

Het bittere gevolg is dat ik ongelooflijk weinig tijd heb voor mijn vrienden. Terwijl zij net degenen zijn waarin ik mijn hele leven al investeer. Terwijl huwelijken en relaties op de klippen lopen, kon ik me in al die jaren omringen met ontzettend lieve, fijne, toffe, grappige en vooral mij graagziende mensen.

Hun aantal lijkt te groeien, net als mijn zelfvertrouwen en mijn passie voor spreken en schrijven. Dat is mooi … en toch …

Ik leerde deze twee maanden dat het soms ook écht te laat kan zijn om op bezoek te gaan, om een bericht te sturen of toch eens onverwacht binnen te springen. Ook merkte ik dat ik naïef ben wat ziek zijn betreft. De grote K ligt te loeren in mijn omgeving. Ze won al drie keer dit jaar … en ik denk elke keer dat het wel goed komt. Dat er nog tijd is. Dat ik nog wel eens contact zal maken … maar dat het nu dus te druk is. Met schrijven, organiseren, twee jobs combineren, … en dat alles met een ADHD-brein in overdrive. Tot je dan het bericht krijgt dat het einde in zicht is. Dat je wordt gevraagd om er een bijzonder afscheid van te maken. En je dan bitter huilend na zo’n gesprek naar huis rijdt en het zelfverwijt gigantisch je keel dichtknijpt … Had ik maar … was ik maar …

Ik hoop dat ze me graag blijven zien. Dat ze me blijven opzoeken en me niet vergeten. Want ik vergeet hen ook niet … al hoor ik ze niet dikwijls of al heel lang niet meer … Joehoe! Ik ben er nog!

De appel en de boom

“Zo vroeg?” … hij zegt het met wat verbazing in zijn stem. Ik knik en zeg: “Ja, en ik reken er op dat je dan ook écht klaar bent om te gaan.”

Hij glimlacht en begrijpt mijn zorg. Op andere momenten stuur ik ongeveer 5 km voor ik arriveer een berichtje dat hij klaar moet staan. Ahum … dan moet hij nog beginnen inpakken wanneer ik voor de deur sta. Het is af en toe een bron van ergernis waarmee we kunnen lachen. De appel en de boom. Ik weet van wie hij het heeft.

Deze keer is het ernst. Ik wil graag heel vroeg aanwezig zijn om te zien of alles in orde is en er ruimte is voor alle liefde die zal neerdalen wanneer iedereen arriveert. Op tijd en waarschijnlijk wat te vroeg. Net als ik. Te vroeg. Meestal. En vandaag zeker.

Hij begrijpt het, dat slimme kind van mij. Slim? Goh, ja, waarschijnlijk wel maar vooral slim met het hart. Hij staat er. Met een kleurige trui aan, want dat was gevraagd.

We komen aan in de zaal en ik schiet meteen vol. Dit gaat moeilijk worden, ik voel het. Hij legt zijn hand op mijn schouder en tikt zachtjes en troostend met zijn hand die even groot is als de mijne. Dan schiet ik in organisatiemodus en zet hem aan het werk. Terwijl ik een technische test doe, praat met de ondernemer en mezelf voorzie van Tic Tacs en water, wordt hij onder de arm genomen door de man die alles klaarzet. Spoedig is hij in de weer met papieren tafelkleden en stoelen en tafels.

Wanneer de familie begint te arriveren, neemt hij hen alles uit handen en zet hij hun liefdevolle werken klaar om het mooiste zicht te krijgen.

Dan is het zover. Het eerste nummer van Disturbed klinkt en ik voel hoe mijn hart omhoog gaat en zich in mijn keel nestelt. Mijn eerste gedachte is om het omlaag te duwen. Niet in mijn keel, niet daar. Bij mijn eerste woorden hoort iedereen het en voel ik hoe mijn rug zich even spant. Ik weet waar hij zit, hij kijkt me aan en ik zie de kracht in zijn ogen in mijn richting komen. Ik slik en laat het hart waar het is. Daar zal het anderhalf uur zijn. Spreken met het hart in je stem voelt authentiek, het geeft een dimensie die ik niet beheers maar verwelkom. Dit is verdriet, dit is afscheid nemen. Dit is waarheid en puur.

Na veel muziek en prachtige foto’s die ik voor alle veiligheid thuis vier keer zag en nu niet bekijk, kijk ik hen in de ogen en stuur ik hen alle liefde die ik voel. Er glijdt een stille glimlach over zijn gezicht alsof hij trots op me is.

Ik wandel naar buiten en laat mijn tranen stromen. Wanneer ik stop en de mensen één voor één toeknik, dringen ze zich weer naar achtergrond. Er volgen knuffels van mensen die me kennen en weten hoe moeilijk dit was.

Hij hoort bij de laatsten die buiten komt. Zijn sterke en warme omhelzing doet de dijken breken. Hartstochtelijk snik ik in zijn armen. “Ik ben trots op je, mama” zegt hij met kalme en beheerste stem. We houden elkaar stevig vast. “En ik op jou” fluister ik met omfloerste zucht.

Nadien observeer ik hem terwijl hij met zijn vrienden praat, zijn hand op de schouder van zijn kameraad legt en soms luidop lacht. Hoe vol kan een hart zijn? Hoe graag kan je iemand zien? Hoe blij ben ik met hem?

Ik denk dat ik dat goed heb gedaan. Maar hij doet het al een aantal jaren helemaal zelf. En dat is ook ontzettend goed gekomen. Hij is een mooie man. Vanbinnen en vanbuiten. Mijn zoon.

dromen zijn geen bedrog …

Ondanks het grote intense verdriet dat ik momenteel voel, realiseer ik me er een klein geluk binnensluipt dat even een dekentje legt over dit grote afscheid dat me wacht. Het voelt wat wrang, de opluchting, de drive, de flow in mij … want hoe kan je nu net dát voelen wanneer er enerzijds die tranen zijn die dit weekend niet stopten met lopen en rollen?

Ik word overspoeld door het enorme liefdevolle vertrouwen dat in mij gesteld is. De vraag is oprecht vanuit vriendschap in mijn hart gelegd. Natuurlijk doe ik wat ze vragen, natuurlijk zet ik alles op alles om het mooiste, beste maar vooral het meest authentieke afscheid te maken …

Maar oh … wat doet het immens intens en verschrikkelijk pijn.

Tijdens een wandeling stromen de ideeën en spreek ik mijn gsm vol met alles wat door mijn hoofd flitst. Het geeft iets dat op adrenaline lijkt maar wat veel zachter en gevoeliger is. Het zorgt ervoor dat ik blijf rechtstaan, blijf zoeken, organiseren, helpen en dragen ..

Plots komt er het beeld van mijn twaalfjarige zelf op die een tekstje las tijdens de uitvaart van een leeftijdsgenootje dat was overleden tijdens een auto-ongeluk. Twaalf jaar … dat is zelfs klein te noemen. De volgende keer was het toen ik 17 was, bij een klasgenoot die ook overleed in een ongeluk met auto.

Volgens mij heb ik een roeping gehad. Door te doen wat ik wil doen, krijg ik levenskracht, krijg ik energie en voel ik dat ik zin mag geven aan mijn eigen leven én dat van anderen. Non worden was geen optie, en priester ook niet … maar iemand merkte onlangs fijntjes op dat ik eigenlijk net doe wat priesters doen, alleen zonder God of hosties.

Het is mijn roeping, het geeft me kracht. Het wordt mooi, dat weet ik. Daar zal ik alles wat in mijn macht ligt voor doen. Maar God … wat doet het pijn! God …

Achter de horizon

daar zie ik je staan

ver weg

toch dichtbij

onbereikbaar

voor mijn vragen

geen antwoorden meer.

Achter de horizon

verdwijn jij

en je neemt ons mee

want er is geen wij …

slechts ik en jij.

Dag …

Het stormt in mijn hart

het regent

en de wind rukt aan de ramen.

De deur beeft en siddert

net als ik …

Even geen woorden meer

alles is op.

Geen tijd

en toch te laat.

Het leven

mist de eerlijkheid

die mijn jeugd beloofde.

Kom maar hier, kom maar hier.

Ik zal je troosten

na de storm.

Wanneer weemoed me meeneemt

op de reis naar ons afscheid

dan zal ik glimlachen

door mijn tranen heen

dan wuif ik en kijk ik je aan

met alle melancholie

die ik in mij weet

en die jij weet

te vinden

als geen ander.

Stel me een vraag. Eentje maar … dat is al genoeg.

Vraag naar wat ik deed

wat ik denk

wat ik voel

wat ik wil

wat ik verlang

laat me praten

en spreken

over wat diep verborgen

nooit de oppervlakte ziet

altijd binnenin

en afgeschermd

achter de dekmantel van interesse

hoewel oprecht dikwijls vermoeiend

en energievragend

met de intensiteit van

die ene vraag

eentje maar …